Eef's Australian Dream

Prinses Peartree en de Holle Bolle Geldautomaat

Once upon a time, in a kingdom far far away, there was a place called Scarborough Beach.

Het was een prachtige zondagmiddag, toen Prinses Peartree een wandelingetje maakte door het dorp. Blauwe lucht, verfrissend briesje. Alles wees erop dat het een ontspannende middag zou gaan worden. Maar niets wat minder waar...

De Prinses passeerde een Holle Bolle Geldautomaat en dacht: misschien is het verstandig om wat geld te pinnen voor het diner van vanavond. Nietsvermoedend stak zij haar bankpas in zijn mond, toetse de benodigde informatie in en wachtte geduldig op de terugkeer van haar pas en haar gekozen geld.
De Holle Bolle Geldautomaat nam alle tijd en gaf aan dat hij bezig was de informatie te verwerken. Toen het tijd werd om de bankpas terug te geven, gebeurde er iets onverwachts.
De Prinses zag de bankpas en probeerde hem uit de mond van de Holle Bolle Geldautomaat te pakken, maar hij bedacht zich en trok de bankpas terug. De Prinses dacht dat dit een spelletje was en trachtte iedere keer als de pas verscheen deze te grijpen, maar Holle Bolle bleef hem terugtrekken.
Opeens had hij er genoeg van en slikte de bankpas volledig in. Daar stond Prinses Peartree. Zonder bankpas, zonder geld. Ze begon op alle toeters en bellen te drukken, maar er gebeurde niks. Holle Bolle Geldautomaat gaf niet meer thuis.

Wat nu? dacht de Prinses, lichtelijk in paniek. Ze zag een bordje naast Holle Bolle hangen, met een telefoonnummer. Ze draaide het nummer en kreeg, wat leek, een aardige vrouw aan de lijn. De Prinses legde het verhaal uit, waarop de zogenaamd aardige vrouw gemeen begon te lachen. De Prinses realiseerde zich dat ze de Boze Heks aan de lijn had. De Heks had geen moment getwijfeld toen de Prinses vroeg of ze haar bankpas terug kon krijgen en antwoordde dat deze voorgoed vernietigd was.

De Prinses, nu volledig in paniekerige toestand, hing op en hoopte op een wonder. Ze keek in haar telefoon en vond het nummer van de Goede Fee.
De Goede Fee, behulpzaam als altijd, zei dat het allemaal in orde zou komen en dat ze het ging regelen. Oke, dacht de Prinses, het komt goed. De Goede Fee gaat het regelen.

Een aantal dagen gingen voorbij en de Prinses keerde terug naar de grote stad. Hier zou, als het goed is, haar nieuwe bankpas verschijnen.
De Goede Fee had de hulp ingeroepen van de Uitzonderlijke Prut Service, oftewel de UPS. Wat de Goede Fee niet wist, was dat deze organisatie door de Grote Boze Wolf gerund wordt en dus alles behalve betrouwbaar is. Dit bleek nadat de UPS beloofd had de pas op een donderdag voor 12 uur te bezorgen. De bewuste donderdag was de pas nog steeds niet aanwezig.

De Goede Fee bleef haar best doen en nam regelmatig contact op met de UPS, eisend dat de bankpas op tijd zou worden geleverd. Ze gebruikte zelfs haar Feeënpoeder. Maar zelfs dat deed de Grote Boze Wolf niets en het arriveren van de bankpas bleef uit.
Prinses Peartree had op de zondag erna een belangrijke afspraak in de Andere Vallei, en zou haar huidige stad voorgoed verlaten, niet in staat om haar pas in ontvangst te nemen.

Gelukkig had de Feeënpoeder van de Goede Fee toch zijn werk gedaan, want de Prinses ontmoette Koningin Kathryn en Koning J.P. Koning en Koningin van de Andere Vallei. Zij waren toevallig op bezoek in de stad en zouden tot dinsdag blijven. Zo waren zij in staat om de bankpas in ontvangst te nemen, uit naam van Prinses Peartree. Hierna zouden zij terugkeren naar de Andere Vallei, waar zij Prinses Peartree zouden ontmoeten.

En zo geschiedde het. Koningin Kathryn en Koning J.P. namen het pakketje in ontvangst van de Grote Boze Wolf en beschermde het met hun leven, totdat zij Prinses Peartree in de Andere Vallei zouden ontmoeten.

Het was ten tijde van Kerstmis. En onder het genot van een heerlijk kerstmaal, zullen Prinses Peartree en haar bankpas ongetwijfeld herenigd worden.

En zoals het hoort aan het eind van ieder sprookje: Theywill livehappily ever after.

The End.

G'day G'day, How're Your Going?

Perth is een geweldige stad, je kunt er uren in doorbrengen. De winkels, King's Park, Northbridge. Het is heerlijk. En er is altijd wel wat te doen. Live muziek, springkussens, of het officiele aansteken van de kerstlichtjes in de grote boom op het plein.
Maar als je zoveel tijd hebt als ik, wil je ook wel wat meer zien dan alleen de stad Perth.
We pakken de bus en gaan een paar dagen naar Scarborough Beach, lekker een paar daagjes strand. Hierna pak ik de trein en laat me afzetten in Fremantle. Een geweldig klein plaatsje met gezellige cafeetjes en restaurants. Ik vermaak me prima!
Maar er is nog zoveel meer. Ik laat me voorlichten over de omgeving en boek een vierdaagse tour richting Monkey Mia, ten noorden van Perth aan de westkust. Ach, ik had me er toch al bij neergelegd dat het nog even geld uitgeven bleef...

We hebben een groep van 14 en een superenthousiaste tourguide, Megan. Een kleine, blonde spring-in-de-wei uit Darwin.
Na zo'n twee uur rijden bereiken we onze eerste bestemming, de Pinnacle Desert. Een vreemd stuk woestijn met allemaal gekke rotsen. Het stikt hier van de vliegen, die we tevergeefs continue proberen weg te zwaaien met de zogenaamde 'Aussie-wave'. Die vliegen zijn dus zeker geen Australisch cliché en ik begrijp nu waarom mensen met vliegnetjes over hun gezicht lopen.
We rijden verder, en stoppen in een klein plaatsje aan zee, waar we van een heerlijke, zelfgemaakte lunch genieten. Daarna is het tijd voor sandboarding op de Lancelin Sand Dunes. Dat is weer eens wat anders dan snowboarden. John en Rita, een gepensioneerd stel uit Queensland, hervinden hun jeugd en krijgen niet genoeg van de ritjes. Resultaat: het zand zit overal, echt overal!
We sluiten onze eerste dag af met een heerlijke maaltijd en een biertje en leren elkaar wat beter kennen.

Dag twee begint vroeg, heel vroeg. Reden: een wandeling door Kalburri National Park. En geloof me, dat wil je zo vroeg mogelijk doen, als de zon nog niet zo hoog staat en dus nog niet zo heet is. We bereiden ons goed voor met zonnebrand en water, veel water.
We bezichtigen de Murchison Gorge en Z-Bend Gorge, wat veel lijkt op de Grand Canyon. We lopen verder naar het adembenemende uitzicht van Natures Window en The Loop.
Dan is het tijd voor diegenen die willen gaan abzeilen. We hebben een paar Japanners die er wel voor in zijn en twee Duitse meiden, die dit ook wel eens willen proberen.
Als ze op de rots naar benenden kijken, haakt één van de meiden af. De Japanners komen als Tom Cruise in Mission Impossible naar benenden en dan is het Jenny's beurt.
Wij staan vol verwachting en met camera's in hand beneden op haar te wachten. We horen een hoog gepiep en beseffen dat dit Jenny is. Ze wil niet, maar gaat toch. Heel voorzichtig, teentje voor teentje. Omdat ze niet begrijpt wat hielen zijn. Je moet je voorstellen, Jenny is niet zo goed in haar Engels en spreekt met een zwaar Duits accent, wat gewoon hilarisch is.
De abzeil-begeleider staat boven aan de rots en probeert haar met geintjes te laten ontspannen. 'Enjoy the view'. 'Everyone is staring at your bum, you might as well shake it'. Maar Jenny kan dit niet waarderen. Ineens beseft ze zich iets en vraagt: 'Can you see me?' We schieten in de lach, en ik roep: 'No, not at all!'
Heel langzaam, stukje bij beetje, laat ze zich naar beneden zakken. Af en toe roepend: 'This is very difficult!'. 'I'm dying'. 'Are you making photo's?' Het is werkelijk waar aandoenlijk.
De tranen staan in haar ogen als ze eindelijk de grond raakt, en we breken los in een hard applaus.

Na een welverdiende lunch rijdt de bus verder naar Shark Bay, waar we de Stromatolites bezichtigen. De wat? De Stromatolites. Dit zijn fossielen in de vorm van stenen, levende stenen. Miljarden jaren geleden gaven deze stenen zoveel zuurstof af, dat leven op aarde mogelijk werd. Eigenlijk danken we onze levens dus aan deze steentjes.
Onze tweede overnachting brengen we door in Monkey Mia Dolphin Resort en we sluiten de dag af met een bbq. 's Avonds besluiten we dat we de volgende morgen om 5.15u naar de zonsopgang gaan kijken. Ach ja, we zitten nu toch al in het ritme van vroeg opstaan.

De volgende morgen om 5.15u zien we weinig zonsopgang, de wolken hangen ervoor. Teleurgesteld blijven we toch maar wachten, wetende dat we nu niet meer kunnen slapen. De wolken lossen langzaam op en gelukkig geeft dit toch nog een mooi plaatje.
Om 8.00u is het tijd voor de dolfijnen. Iedere ochtend komen er een aantal dolfijnen naar de kust voor hun dagelijkse visjes. Ze komen zo dichtbij, ik kan ze bijna aanraken. Wat zijn het toch geweldige beesten! Kathryn wordt uit het publiek gehaald en mag één van de dolfijnen een visje geven. Zoals ze het zelf omschrijft: 'I just achieved a lifetime ambition'. Ik ben jaloers.

We stappen weer in de bus en doen Ocean Park aan, waar we kunnen zien hoe haaien gevoerd worden. Daarna stoppen we nog bij Eagles Bluff, een uitzichtpunt waar we volop wilde haaien en schildpadden kunnen zien zwemmen, al is het honderden meters beneden ons. Na de lunch bereiden we ons voor op een lange rit, richting de derde overnachtingsplaats: een echte sheepranch. Hier voeren we de emoes, de struisvogel en de schaapjes. We slapen in de zogenaamde shearers' quaters, waar vroeger de schapenscheerders sliepen. Het is een geweldige avond en als ik even op een stoel op de veranda zit en uitkijk over de ranch en de outback die zich voor me uitstrekt, voel ik me heel even een McLeod's Daughter.

Dan is het alweer de laatste dag. We rijden richting Hutt River Province. Dat is een raar verhaal. The Principality of Hutt River is een zelfuitgeroepen 'onafhankelijke' provincie in West Australië. Staatshoofd: Prins Leonard I van Hutt River.

'Landbouwer Leonard Casley had in 1969 al enige jaren onenigheid met de Australische overheid over het verhogen van de graanquota. In 1970 kon hij zijn bedrijf en zijn personeel niet meer in stand houden omdat er te weinig inkomsten waren door de strenge quota. Maar Casley vond een maas in de Australische wet: bij rechtstreekse economische dreiging mocht er zelfbestuur worden uitgeroepen. Casley vond de graanquota een rechtstreekse economische dreiging, dus scheidde hij zich af van het Gemenebest van Australië. Vele rechtszaken tussen de Australische overheid en Leonard Casley en zijn vrouw Shirley volgden, die stuk voor stuk gewonnen werden door het echtpaar. Op 21 april 1970 werd The Principality of the Hutt River Province uitgeroepen met als staatshoofd Prins Leonard I.'

Als je het terrein op rijdt, wordt je begroet door een inmens groot beeld van het hoofd van Leonard. Onder een afdakje staat een oude Rolls Roys. We hebben de eer de prins te mogen ontmoeten, een rare maar slimme man. Hij geeft ons een kleine rondleiding over zijn land, de kerk, het postkantoor en de souvenirwinkel. We krijgen een stempel in ons paspoort en ik koop postzegels voor Opa, ik weet zeker dat hij deze nog niet in zijn verzameling heeft.

Als laatste van de tour doen we Greenough Wildlife Park aan, waar we kangaroos, emoes, geiten, paarden en alpaca's voeren. We rijden het hele eind naar Perth weer terug. In de afgelopen vier dagen hebben we ruim 1600km afgelegd. Het voelt alsof we veel langer zijn weggeweest, we hebben zoveel gedaan, zoveel gezien. Het was absoluut geweldig.

Megan heeft ons geintroduceerd in de Australische volksmuziek. Daarvoor hadden we alle tijd onderweg. Ze maakte de belofte dat één van de nummers gegarandeerd voor altijd bij zou blijven: G'day G'day, how're going? En ze had gelijk. Het blijft ontzettend in je hoofd hangen.
We nemen afscheid van iedereen die ons in de afgelopen vier dagen zo dierbaar is geworden. Het verbaast me iedere keer weer hoe snel je een totale vreemdeling, binnen een paar dagen, volledig in je hart hebt gesloten.

Bye bye Eastcoast.. Let's go Jobhunting!

Na twee maanden reizen, heb ik het eindpunt van de Oostkust bereikt, Cairns.
Het is hier bloedheet met een hoog luchtvochtigheidsgehalte. Het stikt hier van de hostels, hotels, restaurants, pubs en clubs. En het is duidelijk een favoriete vakantiebestemming voor jong en oud.
We genieten van het niksdoen, het weer, het winkelcentrum, de lagoon en gaan een dagje het Great Barrier Reef op.

We maken plannen voor de komende tijd en die zijn voor ons allemaal anders. We doen een avondje bios, een avondje stappen en sluiten onze laatste gezamenlijke avond af met een heerlijk diner en dansen in de pub.

Mijn blonde haar is inmiddels schrikbarend fel opgelicht, waardoor ik iedere keer moet uitleggen dat ik niet uit Zweden kom. M'n huid heeft een zomers bruine tint gekregen en het wordt steeds moeilijker al m'n spullen keer op keer in m'n backpack te krijgen.
Het is tijd voor een nieuw avontuur. Ik kan met recht zeggen dat ik de hele oostkust heb gezien en ik heb waanzinnige dingen gedaan. Maar het is tijd voor verandering. Het is tijd om proberen geld te verdienen, in plaats van het alleen maar uit te geven. Het is tijd voor het zoeken naar een baan. Het is tijd voor...

Perth!

'Jobhunting' noemen ze dat. Allemachtig!
Het inschrijven bij drie verschillende uitzendbureau's, het versturen van 23 sollicitaties, 12 mailtjes en het bezoeken van ontelbare restaurants, hotels, winkels, twee ziekenhuizen en de plaatselijke bloedbank, levert me acht verschillende aanbiedingen op. Uiteraard in functie als verpleegkundige.
30 dollar per uur, met een wekelijkse bonus van 100 dollar! Klinkt niet gek. Klein detail: ik moet tekenen voor drie maanden. En zoveel tijd heb ik niet.

Toegegeven ben ik natuurlijk weer lekker naief geweest. Eef doet dat wel even. Gaat naar Perth, solliciteert op dag 1, wordt dag 2 aangenomen en start met werken op dag 3. Zodoende zou ik ruim drie weken hebben om te werken en wat geld te verdienen.
Tsja, maar zo werkt dat niet. Althans, niet in de zorg. Daar hebben ze al drie weken nodig om me te registreren zodat ik uberhaupt betaald kan krijgen.
Goed, niet als verpleegkundige aan de slag in Perth dus.

Maar ik neem echt wel genoegen met 15 dollar per uur en geen bonus. Laat me hotelkamers schoonmaken, afwassen, straten vegen, groente snijden, eitjes bakken, mango's inpakken, aarbeien tellen. Iets!
Ik doe nog een rondje uitzendbureau's, die me vier dagen geleden al hadden beloofd dat ze me echt zouden bellen: 'I can garantee you a job soon!'
Niks...
Ook de mailtjes leveren niet veel op. 'We would love to have you (...) Minimum stay 3 months, is that a problem?'
Ja, dat is een probleem. M'n trein vertrek 28 november.

Dus, er zit niks anders op om me erbij neer te leggen. Het wordt nog even geen geld verdienen, maar nog even uitgeven.
Misschien heb ik in Sydney of Melbourne meer geluk.. in ieder geval meer tijd.

14.000 feet up in the air..

Met de zee nog in m'n benen en in m'n hoofd rijden we verder naar Townsville, hoofdstad van de staat Queensland. Daar pakken we de Ferry naar Magnetic Island. Klinkt exotisch, toch? Nou, dat is het zeker!
Als we onze deur uitlopen, hebben we direct uitzicht op zee, nog geen tien meter van ons verwijderd.
We delen onze cottage met 5 andere meiden; een Duits meisje en 4 andere Hollandse meiden. En het is meteen een kippenhok met babbelende en giechelende meisjes. Toch heerlijk om weer even in je eigen taal te praten.
We genieten drie dagen van de heerlijke rust, het uitzicht en de mooie wandelroutes.

Dan besluiten Jolien en ik om verder te gaan naar Mission Beach, om iets te doen wat we nog nooit gedaan hebben: skydiven! Ach ja, waarom niet? Werp jezelf uit een vliegtuig met duizelingwekkende hoogte en zeg dat het leuk is.
Nadat we de sprong geboekt hebben, ben ik even helemaal kwijt waarom ik dit ook alweer wilde doen. Omdat het leuk is? Omdat je het nog nooit gedaan hebt? Omdat Mission Beach dé plek is om te skydiven? Omdat je je zogenaamd zo vrij voelt? Nou, het voelt nu alleen nog maar alsof ik het niet moet doen, wie wil ik nou iets bewijzen?
Kom op, Eef, je kunt dit. Je doet dit voor jezelf. Wie wil dit nou niet? En dan, je hebt nu het geld al uitgegeven, dus there is no way back.

De volgende ochtend worden we om 7.30u opgehaald. Aangekomen, worden we vriendelijk verzocht wat handtekeningen te zetten. Natuurlijk zijn zij niet verantwoordelijk, jij bent zo gek om uit een vliegtuig te springen. Bovenaan het eerste vel staat vetgedrukt: skydiven is dangerous. Nice, just what I needed.
Als al het papierwerk is afgehandeld, is het tijd om ons in een tuigje te hijsen. We krijgen allemaal onze persoonlijke medespringer toegewezen. 'So, what are you doing for a living? Ah, you know, jumping out of planes' Natuurlijk!
My guy heet Diko en hij doet dit al jaren. Ik hoef nergens bang voor te zijn. Dit wordt de meest geweldige ervaring van m'n leven. Oké, als jij het zegt..
Na een korte uitleg en een paar woorden voor de camera, stappen we in een busje wat ons naar het vliegveldje brengt.
We stappen in het vliegtuig, roepen gedag tegen de piloot en binnen no time stijgen we op.
Ik hoor Eric Clapton op de achtergrond en besef me dat ik eigenlijk niet meer zo nerveus ben, ik ga dit doen!
Na een tijdje vliegen, ik heb geen idee hoe lang, zie ik de piloot naar Diko knikken, die vervolgens iets naar z'n collega's roept.
De deur gaat open en ja hoor, de eerste gaat al. Ik ben als laatste, maar er is geen tijd om na te denken. Voor ik het weet zit ik met m'n benen buiten het vliegtuig. Vagelijk hoor ik Diko vragen of ik er klaar voor ben. Well, as ready as I'll ever be.. En dan duwt hij me het luchtledige in.

Ik kan nu uitweiden over wat je voelt op zo'n moment en de eerstvolgende 60 seconden, als je in vrije val naar beneden suist. Maar dat is onbegonnen werk. Daar zijn geen woorden voor.
Het voelt in ieder geval niet als een minuut en je hebt geen idee wat voor onzin je uitkraamt onderweg.

Gelukkig is er dan de parachute, die de weg naar beneden onvergetelijk mooi maakt. Het prachtige uitzicht van Mission Beach, de tientallen eilanden en de uitgestrekte zee. Alleen het geluid van de wind. Je voelt je vogelvrij.
Diko geeft me de riemen van de parachute en voor een paar minuten ben ik degene die ons stuurt. Machtig!

De landing is in zicht en ik herinner me dat ik mijn benen omhoog moet gooien. We landen zachtjes op het strand en ik geef met wiebelende benen Diko een high five. Wauw!

Als ik terugkom bij het hostel vraagt de vrouw achter de receptie hoe mijn ochtend is geweest. Ik antwoord: ' Oh, you know, just jumped out of an airplane'.

Embrace The Moment

Mijn kamergenoten liggen al te slapen als ik binnenkom. Gek genoeg staat de airco uit, het is bloedheet in de kamer. Ik kleed me zachtjes uit en glip onder m'n laken.

02.46u: Ik ben drie uur geleden al naar bed gegaan, maar kan de slaap niet vatten. De honderden muggenbeten die ik hier heb opgelopen, beginnen een voor een te jeuken. Man, wat is het hier heet. Ik betaal toch geen 26 dollar per nacht voor een airconditioned room als die vervolgens niet gebruikt wordt bij 35 graden?
Ik draai me om en op dat moment begint mijn bovenbuurman luid te snurken. Fijn!
Na een poosje ergeren pak ik mijn iPhone en oordopjes en zet muziek op om het irriterende geluid te verbannen. Tussen de nummers door luister ik of het al stil is. Het geluid van ritselende lakens vertelt me dat de anderen in de kamer ook liggen te woelen.

03.08u: Ach, stik! Ik zet die airco aan! Zucht. Stukken beter.
Ik check de tijd in Nederland, 18.27u. De condoleance van opa zal zo wel beginnen. Ik besef me dat dat waarschijnlijk de echte reden is dat ik niet kan slapen.
Ik sneak de kamer uit en bel pap en mam. Ze zijn onderweg. Het voelt nog steeds raar dat mijn familie daar bij elkaar is en ik hier, duizenden kilometers verderop, met een ander soort familie.
Maar ik weet dat we diep van binnen hetzelfde voelen en dat de afstand eigenlijk niets uitmaakt. In gedachten ben ik daar.

03.51u: Ik weet zeker dat ik vannacht niet meer in slaap ga vallen. Zachtjes pak ik mijn kleren en mijn tas. Ik loop naar de binnenplaats en probeer wat te lezen, maar ik kan me niet concentreren. De nachtwaker loopt zijn rondje en zegt me vriendelijk gedag. Om de zoveel tijd druppelen mensen binnen door de achterdeur die een leuke avond hebben gehad. Geeuwend lopen ze hun kamer in en vallen waarschijnlijk meteen in slaap.

04.34u: Ik kijk naar het armbandje wat ik vandaag gekocht heb, met de woorden: 'Embrace the Moment'. Woorden die me sinds kort heilig zijn.
Ik weet dat opa er niet meer is, maar ik weet ook dat hij nu weer samen met oma is. En het is goed zo.
Ondertussen zit ik nog steeds in Australie en doe ik alles wat ik altijd al heb willen doen. En ook dat is goed zo.
Iedereen die me liefheeft, steunt me aan alle kanten en dat geeft mij de moed om ieder moment te omarmen.

Dank jullie wel.

Sailing the Withsundays

Na alle luxe in Rockhampton, is het weer terug naar het normale leven. Lange busrit, een dormroom delen met 7 anderen, stapelbedden en een eigenaardige douche.
Ik ben in Airlie Beach, opstapplaats voor de Whitsundays. Ik heb een zeilboot geboekt om drie dagen lang rond deze prachtige eilanden te zeilen, snorkelen en op de waanzinnige stranden te liggen.
De boot heet Southern Cross en diende vroeger als wedstrijdboot in de American Cup. De crew aan boord bestaat uit Jack en Tane en de rest van de bemanning bestaat uit een Engelse, twee uit Israël en een groep van acht die in Townsville studeert: 7 Amerikanen en een Duitser. Al snel kunnen we het goed vinden met elkaar, dit wordt een geweldige trip!

Na anderhalf uur varen, waarbij er twee overboord moeten hangen om hun ontbijt eruit te gooien, komen we aan bij onze eerste snorkelplaats.
Nou heb ik nog nooit gesnorkeld, maar ik doe een hoop dingen hier voor de eerste keer. Dus kom maar op met die snorkel! Nadat ik eindelijk heb uitgevogeld hoe het werkt, steek ik m'n hoofd onder water. Visjes! Allemaal visjes! In alle kleuren! Zo mooi. En het koraal, prachtig. Zo bijzonder om te zien dat er onder water een hele andere wereld is. En wij zwemmen daar doorheen met onze grote lichamen. De visjes schijnen daar niet zo'n last van te hebben. Ze kijken je aan met hun zwarte kraaloogjes en ik zweer je, als ze schouders zouden hebben, zouden ze die ophalen. 'He, Barney, daar heb je weer zo'n malloot met zo'n gekke bril!'

Het eten op de boot wordt geregeld door Jack en is absoluut geweldig. Hij heeft zelfs aan chips en koekjes gedacht.
's Middags worden de zeilen gehesen en zeilen we een heel stuk rond de verschillende eilanden, zwaaiend naar iedereen die we inhalen. We stoppen even voor een strandje en eindigen de dag in een baai waar we de zonsondergang kunnen zien. En op dat moment weet ik het zeker: This is life. And a great life it is!

Een hele nieuwe ervaring is ook het slapen op een boot. Samantha, een Engelse die me aan een van de karakters uit een boek van Cecilia Ahern doet denken, is ervan overtuigd dat ze nooit een waterbed zal aanschaffen. Ik daarentegen, heb heerlijk geslapen. Het schommelende gevoel en alleen het geluid van klotsend water.

Na het ontbijt zetten we koers naar Whitehaven Beach. Het mooiste strand van de Whitsundays. Het uitzicht is onbeschrijfelijk. Het witte zand en de verschillende kleuren blauw en groen van de zee. Je tracht foto's te maken, maar je weet zeker dat dit niet vast te leggen valt. Dus ik sla dit beeld op in m'n hoofd and save it for a rainy day.

's Middags zeilen we verder naar een van de beste snorkelplaatsen in de omgeving. We relaxen wat op de boot en eindigen de dag opnieuw met een prachtige zonsondergang.

De laatste ochtend snorkelen we nog wat rond en maken we kennis met Mick Jagger, de grootste vis die ik ooit heb gezien. Jack en Tane hebben brood meegenomen en daar zijn vissen dol op. Als Jack het brood naar mij gooit, word ik overrompeld door honderden vissen die het brood voor me weghappen. Alsof ze door me heen kunnen!
Dan is het tijd om terug te zeilen richting Airlie Beach. Een paar uur genieten van de wind, vechten tegen de zwaartekracht en het water dat af en toe de boot inkomt.
We drinken een biertje op de fantastische dagen en schreeuwen een laatste keer mee met Train's 'If It's Love'.

We knuffelen de crew gedag na de groepsfoto. De rest ziet elkaar vanavond bij de afterparty. Daar genieten we van een heerlijke maaltijd, gratis drankjes en live music.

Het was weer een onvergetelijke ervaring en ik kan weer een favoriete plek toevoegen aan een steeds langer wordend lijstje.

So.. What's next?

Rocky Rockhampton: Luxury in paradise!

Het plan was om na Herbey Bay een korte stop te maken in Bundaberg, hometown of Australian's Best Rum. De stop is gemaakt en hij was kort. Bundaberg is een plek waar alle backpackers heen gaan om wat geld te verdienen met fruitpicking. Niet ons idee. Zodra we de bus uitstappen, krijgen we het overweldigende gevoel dat er absoluut niets te doen is in Bundaberg. We hebben geen hostel geboekt, dus lopen we naar de eerste die we zien, tegenover de busstop. Het is donker en grauw. Geen warm welkom. The cranky old lady achter de receptie snauwt dat er nog wel bedden vrij zijn. Als we vragen hoeveel we moeten betalen voor een nacht, kijkt ze ons over haar leesbrilletje aan, en wijst met een dikke, verrimpelde duim naar een a4tje op de muur. Deze zegt $30 per nacht. We kijken elkaar aan en denken hetzelfde. Op naar de volgende plaats. Zonder iets te zeggen lopen we het benauwde hostel uit, op naar de Mac waar we de volgende bus boeken naar Agnes Water/Town of 1770.
Hier brengen we de volgende drie dagen vooral in horizontale houding door, voordat we verder gaan naar Rockhampton, Beefcapital of Australia!
Een plaats die veel backpackers overslaan, omdat er weinig hostels zijn die ver weg liggen.
Voor ons is onderdak geen probleem, want Eef heeft een adresje gekregen van een lieve collega.

De bus komt om 12u 's nachts aan en gelukkig staat Ann al op ons te wachten om ons mee te nemen naar haar huis. Huis zeg ik, maar ik bedoel villa. De auto stopt voor een villa in een straat die niet onder doet voor Wisteria Lane uit Desperate Housewifes. Wauw!
We lopen door de garage de woonkamer binnen met open keuken, bar, eettafel, zithoek en Bailey, de poedel.
Vervolgens laat Ann ons allebei kiezen uit een eigen slaapkamer, wijst de badkamer, tv kamer en de tuin. Compleet met bbq, tv, stereo en jacuzzi!
Het gaat ons wel bevallen hier..

Na een hemelse nacht in een kingsize bed en een geweldige douche in een badkamer die eruit ziet alsof wij hem voor het eerst gebruiken, doen we een poging om Rockhampton te bezichtigen. Na een uur lopen en een uur wachten, brengt de bus ons naar een groot winkelcentrum. Winkels in overvloed. En aangezien het is gaan regenen, vermaken we ons hier prima. Weer thuis gekomen, ontmoeten we Ann's man, Steve. Nadat we onze jeans en ruitjesbloes hebben aangetrokken, brengen ze ons naar het Grand Western Hotel voor, jawel, de rodeo!

We lopen de bar in, en gaan door een zogenaamde achterdeur, waar de rodeo plaatsvindt. Even voelt het alsof ik midden in een filmset terecht ben gekomen. Iedereen, klein, groot, jong, oud loopt hier in jeans, boots and hats. Cowboys and cowgirls!
Na een diner wat bestaat uit worst, brood en patat, begint de show. Jonge jongens en stoere kerels trotseren paard en stier.
De een na de ander eindigt op de grond, al dan niet nagetrapt door een van de wilde beesten. Zelfs kleine jongetjes worden op een klein stiertje gehesen. Ik weet niet wat ik daarvan moet denken, maar ik ben blij dat zij een helmpje dragen.
De winnaar, hij die Black Betty bereed, gaat door naar de finale. Hiihaa! Het was absoluut een bijzondere ervaring!

De volgende dag ontmoeten we de kleine, roodharige Sophie. Kleindochter van Ann en Steve. Samen rijden we naar de Botanic Gardens, waar ook een kleine dierentuin is. We lunchen in 'The 'Cri' en rijden vervolgens naar een uitzichtpunt op een berg waar we heel Rockhampton kunnen overzien. Prachtig! Met een omweg langs alle 'echt dure' huizen, rijden we naar huis. Lisa, ik en Sophie genieten een poos in de jacuzzi. Hierna wordt de bbq aangestoken en genieten we van een heerlijke maaltijd.

Onze laatste dag in Rocky, worden we door de omgeving rondgereden. We bezoeken een markt, het zingende schip ter ere van James Cook en de stranden van Yeppoon. We genieten van het mooie uitzicht tijdens de lunch en slenteren door het winkelstraatje.
De dag, en daarmee onze Rockhampton ervaring, wordt afgesloten met weer een heerlijke maaltijd.

De volgende morgen rijdt Ann ons in alle vroegte naar de bushalte. We laten stiekem een kaart met een kleinigheidje achter.
Het waren drie dagen van ongelofelijke verwennerij. Het bed, de douche, het eten, de jacuzzi, de rodeo, de rondleiding. Onvergetelijk!
Ik denk dat er maar weinig backpackers zijn die zulke luxe genieten.
Ann and Steve, thanks again!

Fraser Island: Back to basic

Na Brisbane gaat de reis verder en ik beland in Noosa, een leuk plaatsje aan zee, met een Nationaal Park en een heuse Rodeo Drive. Oké, hier heet het Hasting Street, maar het had gemakkelijk in Beverly Hills kunnen zijn. Het weer zit niet helemaal mee, en ik besluit een wandeling te maken door het Nationale Park. Prachtig! Als het begint te hozen, bevind ik me midden in het park, geen plek om te schuilen, dus ik loop maar gewoon door. Het regenwoud waarin ik me inmiddels bevind, doet zijn naam eer aan.
Gelukkig klaart het weer de volgende dag op en kan ik lekker op het strand van de zon genieten. Ik lig al een poosje te bakken, als ik besluit m'n boek erbij te pakken. Nog geen drie bladzijden later ben ik, tegelijk met al m'n spullen, volledig doorweekt. Net als de dag ervoor. What the...? Golven zijn onvoorspelbaar. Voor je het weet besluit er één tot midden op het strand te komen en iedereen te verassen! Kleding nat, boek nat, tas nat. Oh ja, en alles zit onder het zand. Nice!

Na Noosa is het tijd voor Rainbow Beach, opstapplaats voor Fraser Island.
Acht 4WD, 62 mensen, 2 guides. Acht man per 4WD. Onze groep bestaat uit 4 meiden (Holland, Sweden, Germany senior and Germany junior) en 4 gasten (Ian, Downey, Morey and Iggy) uit Engeland, oftewel: zo gek als een looie deur.
Wat gaat er allemaal mee? Laat eens kijken. Twee eski's (koelboxen), twee kratten voedsel en benodigdheden, twee kratten kookgerei, servies en bestek, een gastank en een tweepitter, een tank water, een tafel, drie tenten, slaapzakken, spullen van acht man, de acht man en oh ja, niet te vergeten: drank voor acht man. Nou, eigenlijk alleen voor vier Engelsen, maar als je het zo naast de auto ziet staan, zou je denken dat het de drankvoorraad is voor een complete pub!
Stouwen maar en gaan!

We varen over met de Ferry en worden vergezeld door een paar dolfijnen. Aan de overkant ligt World Heritage Fraser Island. Ongelooflijk mooi. Kilometers uitgestrekte witte stranden, helder blauwe zee. Prachtige meren, kreken, bossen en lookouts. Absolutely breathtaking!

Rond vier uur is het tijd om het kamp op te slaan, net achter wat kleine duinen, direct aan zee. Hoe idyllisch. Drie tentjes staan binnen no-time, girlpower! Een zeil wordt gespannen, de tafel opgezet en het gas aangesloten. Tijd om te koken. En wat een teamwork. Als de zon volledig onder is en we geen hand voor ogen meer kunnen zien, nemen we met onze bordjes en goedkope wijn in alluminium bekers plaats op de grond en genieten van onze steak, zelfgemaakte potatoe salad en wat sla en komkommer. De rest van de avond vermaken we ons met live music, ouwehoeren en heel veel lol!
De nacht moeten we op de grond doorbrengen, nothing but a sleeping bag. Ik gebruik m'n handdoek en trui als kussen, maar de grond blijft hard. Een uur later horen we gesnuffel aan onze voeten, we houden ons stil en onze nieuwe vriend besluit verder te gaan. Een van de vele dingo's die het eiland rijk is.

Met wat rugpijn en zere heupen beginnen we dag twee op het eiland. Zwemmen in de Champagne Pools, lunchen op het strand en haaien spotten on Indean Head.
Het tweede diner bestaat uit chicken stir fry met Asian sauce. Really good! Hierna spelen we wat zelfverzonnen spelletjes en drinken een drankje met z'n allen onder het genot van Jack Johnson.
De avond verloopt raar als een van de jongens uit een andere groep, toevallig een Nederlandse met een grote mond en nog grotere verhalen, wordt geslagen door een ander. Hij gaat compleet door het lint. Supernurse Peer to the rescue met haar oh zo goede sociale vaardigheden. Zijn die lessen toch niet voor niks geweest.
De guide, Jimmy, is me erg dankbaar als ik er eindelijk in slaag hem zover te krijgen dat hij gaat slapen, aangezien de politie van Fraser Island niet te bereiken is. Jimmy en z'n Australische vrienden zijn meer dan blij om hun biertje met mij te delen op de goede afloop.

De volgende dag sluiten we de tour af door te gaan zwemmen in Lake Wabby en maken we foto's bij the famous Shipwrek.

Na drie dagen zonder douche, toilet, schone kleding en slaap, is er niets beters dan een heerlijke relaxte hostelkamer met eigen badkamer en matras! Maar hoe back to basic het ook was, het was een geweldige ervaring!
Onze nieuwe Engelse vrienden moeten terug naar Sydney voor werk en Germany senior reist naar het zuiden, dus moeten we helaas afscheid nemen. Ik zal hun humor, charisma en accent zeker missen!

Sweden, Germany junior en ik, Holland, reizen de volgende dag verder naar Hervey Bay om walvissen te spotten. Rib uit je lijf, maar dan heb je ook wat. Het is bewolkt en het waait behoorlijk, dus blijven staan op de boot is een uitdaging. Na een poosje varen, zien we twee moeders met hun kalven. Wat een gigantische lijven! De kinderen spelen, springen uit het water en proberen de grootste splash te maken. Ze komen redelijk dicht bij de boot, maar ze vastleggen op foto blijft moeilijk. Maar om zulke dieren van dichtbij te zien.. Very impressive!

Het is alweer 10 oktober als ik dit schrijf. Wat gaat de tijd toch hard. So little time, so much to do! Maar ik geniet van iedere minuut en prijs me gelukkig dat ik hier ben, mijn Australie.

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active